LAURAN WIJFFELS
DE KERMIS ACHTERNA
RATTEN IN DESHNOK; KERMIS IN VARANASI
Door Lauran Wijffels
Foto’s lauran Wijffels
‘In Bikaner, Noord-India, werd er al over gesproken: de rattentempel van Deshnok. Honderdduizend, welnee, een miljoen ratten bevolken daar de Karni-Mata-tempel, waar je als toerist doorheen kunt lopen. Medereizigers haakten meteen af. Ik probeerde me er op de heenreis iets bij voor te stellen: een miljoen ratten samengepakt. Dat moest een enorme, harige deken van ratten zijn die massaal over altaar, tempeltrap en offerblok trippelt.
De priesters van dit hindoeïstische heiligdom, gewijd aan de 15e-eeuwse mystica Karni Mata, laten de ratten niet alleen ongemoeid; ze worden zelfs vertroeteld en op gezette tijden gevoerd. De hindoe-priesters vereren de in hun ogen heilige ratten en geloven dat deze beestjes in een volgend leven reïncarneren als mystici. Mensen met stalen zenuwen lopen het traject bij voorkeur blootsvoets door de rattenstront, want het gaat tenslotte om een hindoetempel. Zo kunnen ze ervaren hoe het voelt wanneer honderden ratten constant langs hun voeten krioelen.
De gids vertelde dat wie een rat over zijn voet durfde te laten lopen, de toekomst vol geluk tegemoet kon zien. In Deshnok liep ik de tempel binnen, een smal gangetje met hier en daar een loslopend muisje. Toen een gangetje naar rechts met hier en daar een loslopend muisje. Weer een gang naar rechts met hier en daar... Ik duwde een zware poort open en dacht dus in de ultieme rattenhel te belanden, waar verschrikkingen elkaar meedogenloos zouden opstapelen. Maar goeie god nee! Ik stond weer buiten. Op het plein voor de tempel. Dat was het’.
Voor de zomerpagina van het Brabants Dagblad schreef ik dit verhaaltje in 2003 in het rubriekje ‘Dat viel tegen!’. Het stukkie nalezend, vroeg ik me af waarom ik dat bezoek als tegenvallend had ervaren. Dat kwam door een gebeurtenis een week of twee later: de kermis van Varanasi.
Toen de motorriksja ons op een avond door de stad Varanasi aan de heilige rivier Ganges richting Hotel India aan de Patel Nagar vervoerde, zagen we plots allemaal bewegende, gekleurde lampjes in een park aan de linkerzijde. In de wirwar van het voortjakkerende verkeer konden we niet goed zien wat het precies voorstelde. Maar dat het een kermis was, was duidelijk. We vroegen de riksjarijder de naam van het plein op te schrijven en hij duwde ons een vodje met het woord ‘Maidagin’ in onze hand.
De volgende dag ernaar toe. Het bleek twee uur lopen, maar toen stonden we dan ook oog in oog met een fascinerend schouwspel. Een klein reuzenrad werd aangedreven door twee mannen die erin liepen als een cavia in zijn loopmolentje. De kindercarrousel werd via een duwbalk voortbewogen door puffende kerels. In een tent konden kermisvierders op de foto als filmster, in een sjieke auto, op de motor of op een kartonnen strand. Links en rechts galmde het lokale hitje ‘Keh Raha Hai’ van de cd ‘Rahnuma’ van de gebroeders Ahmed en Mohammed Hussain.
De kermis in Varanasi gaf ons in 1999 een aardig beeld van het primitieve volksvermaak van het ruim een miljard inwoners tellende India. De vooroordelen – overbevolkt, heet, chaotisch, vies – worden in een klap bevestigd. Je schrikt van de armoede, de dakloze bedelaars, die als gevolg van het kastensysteem nooit hogerop zullen komen, net zo min als hun ouders dat konden, net zo min als hun kinderen die kans ooit zullen krijgen. Kermis is voor hen louter een gelegenheid voor extra inkomsten.
We probeerden ons weer zo weinig mogelijk te storen aan de smeekbedes van handtastelijke, niet zelden verminkte bedelaars, sjacheraars en talloze kinderen, die als een zwerm muskieten achter ons aan bleef hangen. Door het intrigerende kleurenspel openbaarde zich voor ons indirect de schoonheid van het Indiase volk, de rijkheid aan geuren, kleuren, spijzen, kruiden, pracht en praal van dit sprookjesachtige land. Juist door het absolute gebrek aan superieure techniek en glamour werd het lunapark van Varanasi een prachtkermis.
We fotografeerden een metalen draai-attractie. De eigenaar zag dat en wilde per se op de foto, trots voor zijn zaak. De magiër R.C. Pillai van ‘Magic World’ kwam zijn kijktent uit toen wij het front fotografeerden. Hij drukte ons beleefd de hand en wilde volop converseren, maar uit zijn Indiase gebrabbel konden wij niets wijs worden. Een kijktent met nieuwsgierig makende sjablonen bleek een lachspiegelgalerij. De bezoekers liepen er gewoon door de modder; de spiegels waren dof en smerig. De knul in de kassa, met zijn goudbruine kop, was de entree van slechts drie cent per persoon meer dan waard. Op het gangpad tussen de attracties ontdekten we een oudere vrouw met een personenweegschaal. Het was haar weinig lucratieve manier om aan de kost te komen, het vernederende en uitzichtloze bedelaarsleventje te ontstijgen...
Foto’s :
Tussen de gammele tenten ontdekken we een oudere vrouw met een personenweegschaal.
Kassajongen van de lachspiegelgalerij.
De lachspiegelgalerij: bezoekers lopen er gewoon door de modder; de spiegels zijn dof en smerig.
‘Modern’ grootvermaak in Varanassi.
Kinderen drommen samen op de kermis, achter de ‘Starphotostudio’.
Magier R.C. Pillai voor zijn theater ‘Magic World’.
Ansichtkaart ‘A colourful Rajasthani couple at the fair’.
Ook leuke attractie: zelf de riksja rijden door de wirwar van het voortjakkerende verkeer naar Hotel India aan de Patel Nagar.
Een metalen draai-attractie. Eigenaar Ratan Vilas uit Jodhpur wil per se op de foto, trots voor zijn kermiszaak.
Wapperende vaandels kondigen de komst van de kermis aan.
Kinderreuzenradje wordt met de hand voortbewogen.
Gevaarlijkse aandrijfriem van het reuzenrad is enkele centimeters verwijderd van het bedieningspaneel.
Kinderen genieten van primitieve draaimolens.
Schiettent in India; zoek de verschillen met Europa…
Paardjeshangcarrousel centraal op het plein.
Primitieve railway draait kreunend zijn rondjes.
Lauran Wijffels