www.hullygully.nl

WWW.HULLYGULLY.NL

WWW.HULLYGULLY.NL NIEUWS

12 Juni 2009

AMUSANTE ANTWERPSE SINKSENFOOR

Op de foto : Michel Follet.

Amusante Antwerpse Sinksenfoor

Door Lauran Wijffels

‘Ik ben niet zo dol op de Tilburgse kermis. Ik vind het nogal een lawaaierige, drukke kermis met iets té veel grootvermaak dat elkaar wat wegdrumt.’ Zo, de toon is gezet in het gesprek met de Vlaamse televisiepersoonlijkheid en kermiskenner bij uitstek Michel Follet (1960). Van hem verscheen Pinksteren 2009 het kloeke boek ‘Een tapijt vol beweging’ over een van de grootste en bekendste kermissen van onze zuiderburen: de Sinksenfoor in Antwerpen. Die kermis - met pakweg 155 attracties - begint traditiegetrouw met Pinksteren en duurt maar liefst zes weken. Schrijver Michel Follet bivakkeerde er deze gehele periode in een soort van caravan van waaruit hij zijn derde, 210 pagina’s en evenveel foto’s tellende kermisboek verkocht.

Maar eerst even terug naar Tilburg; is deze kermis zo erg?! ‘Voor de Tilburgse kermis hebben ze ooit het woord ‘mega’ uitgevonden. Ik vergaap me jaarlijks aan de lading grootvermaak, waarbij de sky in Tilburg al lang niet meer de limit is. Zo erg zelfs dat ik het gevoel heb als kermisklant soms te worden begluurd vanop ongekende hoogtes. Ik word stilaan wat ouder en vlucht graag weg van de dampende beats en de gondels die in een flits voorbijrazen. Is het daarom dat ik op de nostalgische kermis sinds jaar en dag het ware hart van Tilburgse kermis voel kloppen? Ik sla nooit de Spin en Rupsmolen over en kan een half uur lang genieten aan de oever van de bootjesmolen. De man in de kassa, gekleed in wit hemd met admiraalstrepen en kapiteinspet - vergeef me: ik kent de maritieme hiërarchie niet zo best - verdient al jaren de prijs voor beste kermisexploitatie. En natuurlijk is de expositie met alle miniatuurkermissen in het witte paleis een niet te missen onderdeel van de meest imposante kermis van Nederland. Een kermis die zijn verleden nooit vergeet én toch meegaat met zijn tijd, om dit volksvermaak een mooie toekomst te garanderen. Dat is Tilburg op zijn best.’

Als kermisgek pur sang schreef de voormalige BRT-journalist met ‘Foorwaarts’ in 1987 al een tof kijk- en leesboek voor alle liefhebbers van plezier-in-beweging, een ‘spitante, amusante kijk op het foorleven’. ‘Foor’ is het Belgische woord voor ’kermis’, zoals de Fransen het met ‘foire’ en de Engelsen het met ‘fair’ doen. Toen, in 1987, kwamen Nederland, met Tilburg in het bijzonder, en Duitsland nog wel met dikke voldoendes door zijn kermiskeuringen. De voormalige Antwerpenaar had toen vooral veel kritiek op Belgische en Franse kermissen. Ook in opvolger ‘Roulez-roulez’ (1999) vertelt Follet sappige anekdotes over foorkramers, speeltuigen en lekkernijen en beschrijft het wel en wee van dit mobiele vertier.

En nu volgde je het spoor van de grote kermis in Antwerpen? „Kermis was voor mij van jongsaf het mooiste geschenk. En een bezoek aan de Sinksenfoor dé beloning voor het hele jaar. Ik telde de dagen af en kwam al in de stemming zodra rond het Atheneum van Berchem de - toen nog - indrukwekkende meifoor werd opgebouwd. Eén keer per week nam ik bus 32 richting stad en die moest keer op keer een gevaarlijke bocht nemen tussen de opgestelde attracties en vermaakzaken. Ik wreef me de ogen uit bij al dat moois.’

Michel Follet is een begrip in België. Hij maakte seizoenenlang filmmagazine ‘Cinemanie’ en praatprogramma ‘Rigoletto’, waarin hij grappige gedeeltes van buitenlandse programma’s op eigengereide wijze aan elkaar breide. Zijn kermisleven was in 1997 dertien weken lang te zien als onderdeel van het programma ‘Coupe Margriet’ op TV1. In 2005 legde hij in een 7-delige reeks kleurrijke kermisreportages de bekende Sinksenfoor in Antwerpen al vast voor de Antwerpse regionale zender ATV. Je bent zeker óók geboren met een soort van kermisgekte? „Achter het gemeentehuis hoorde ik de muziek dampen, galetten en suikergoed kwamen op me af. Ik wandelde uren rond op het reuzegrote plein vol kermis en lachende mensen. Later bleek dat allemaal romantiek, want het plein was een zakdoek groot. Drie kindermolentjes, een aftandse botsautootjestent, een handvol schiet-, snoep- en ballenkramen en soms een rups die zich ontpopte tot trefpunt van de jeugd…’

Maar kleine Michel raakte wel snel verslaafd? Ridiculiserend: ‘Ik raadpleegde ettelijke psychiaters en zocht samen met hen naar iets in mijn jeugd dat de oorzaak van dit alles moest zijn. Maar de man aan het voeteinde van de sofa zei dat hij de therapie beter kon staken omdat het geen zin had. Van toen af mocht iedereen weten dat ik op kermissen flipte. Maar met het diepere kermisverleden wil ik desondanks weer niets te maken hebben. Ik verfoei de geschiedkundige feiten, heb lak aan hoe het vroeger was en lever het bewijs dat kermis anno vandaag de dag aantrekkelijk en intrigerend kan zijn.’

Als kind van zeven kondigde hij met veel blijdschap de Sinksenfoor aan in zijn achtertuin: ‘Met bij elkaar verzamelde zonneparaplu’s bouwde ik een tentenkamp van draaimolens. Ik leende bij een vriend aan de overkant witblauwe windschermen, die ze op hun bagagerek sjorden als ze richting kust trokken. Al naargelang de inspiratie, deden ze dienst als loterijkraam of spookpaleis. De buren in nummer 18 hadden een kleurrijke puntparasol met een grote diameter. Dat werd de topattractie. Rond de paal plaatste ik allerlei fietsjes, zitbankjes, kussens én het pianokrukje uit het salon. Ik klemde defecte kerstlampjes en verjaardagsslingers tussen de baleinen van de paraplu om het geheel af te maken. ’s Avonds sloot ik de molen secuur af met oude dekens en gordijnen. Moederde sakkerde dat haar wasknijpers zoek waren, maar kon toch geen gebruik maken van haar droogrek dat twee dagen lang tot snoepkraam was omgetoverd. Een jaar later leed ik al aan grootheidswaanzin. De nieuwigheid van mijn achtertuinkermis zou een overdekte schommel worden. Daarvoor had ik een gigantisch zeil mogen lenen van mijn buurjongen, die leider was bij de scouts. Het was kakikleurig, wat niet meteen een kermisgevoel opriep, maar ik was van plan om er met kleurkrijt gigantische sterren en bollen op te tekenen. Vanaf dan vonden mijn ouders het beter om mijn kermis op schaalmodel uit te werken. Het volgende jaar kreeg ik bij toeval van de Sint een Meccano cadeau en knutselde mijn eerste reuzenrad in elkaar. Van vader had ik ondertussen geleerd om mijn kermisideetjes op papier te zetten. Die bezit ik nu nog allemaal, ingelijst en wel.’

In het boek ‘Een tapijt vol beweging’ krijgt men de Sinksenfoor te zien, zoals Nederlanders die niet eerder zagen? ‘U zal ontdekken dat er door de jaren veel veranderde. Wie oppert dat de Sinksenfoor toch ieder jaar hetzelfde is, zal zijn of haar mening grondig moeten herzien. Maar u krijgt de Sinksenfoor ook in beeld, zoals u ze nooit eerder zag: vanuit de lucht. Dan pas kan u de omvang en de impact ervan naar waarde schatten. Elke editie van de Sinksenfoor is een unieke legpuzzel, waarvan het patroon er jaar na jaar anders uitziet. De Sinksenfoor is een tapijt vol beweging, dat bovendien een hele wijk - het Zuid - deed veranderen, wakker schudden en herleven. En niet alleen het Zuid. Een groot deel van de stad veranderde met de verhuis van de Sinksenfoor naar de gedempte Zuiderdokken. Dit is ook - en misschien vooral - een boek voor iedereen die van Antwerpen houdt, voor wie trots is op een stad die altijd in beweging blijft...’

Lauran Wijffels