Kermisvolk zoekt winterinkomsten over de grens

Attractiebouwer Isje Kroon uit Neede was één van de eersten. Hij zocht tien jaar geleden zijn heil in Israël. Om de winter door te komen en ginds een boterham te verdienen. Een klapper werd het niet. „We gingen met drie attracties heen en kwamen er met twee terug. Eén brandde uit", schetst een meereizende kermisklant. Toch blijft het - verre - buitenland lokken. Directeur Jan Boots van de Nederlandse Kermis Bond (Alk­maar) ziet die tendens onder ex­ploitanten. ,, Zo is in Duitsland het kostenplaatje gunstiger. Je hebt er grotere kermissen en de Mehrwehrtsteuer is zes procent. Met negentien procent wordt Nederland een uitzondering."

Volgens secretaris Nicole Vermolen van de Bovak (Apeldoorn) kunnen exploitanten niet automatisch de ritprijzen opschroeven. In sommige gemeenten liggen die vast in meerjarige contracten. Ze kent gemeenten die een minimale pacht willen beuren of anders een streep door de kermis halen. ,, We zitten klem." Volgens exploitant Piet Brunselaar in Enschede kijken veel collega's al over de grens. ,,Er zijn tijdens het afgelopen carnaval heel wat ' werkbezoeken' in Duitsland afgelegd. „En die zijn nog aftrekbaar voor de belasting ook." Met een ' vlucht' naar het buitenland kan het seizoen worden verlengd. Hier draaien kermissen van maart tot november. Steeds meer Nederlandse exploitanten zoeken 's winters hun heil in Tsjechië, Slowakije, Estland, Letland en Litouwen. Vermolen: ,,Het afgelopen seizoen was een tegenvaller en de bank kan niet wachten."

Bron, overgenomen met officiële toestemming : TC Tubantia

Terug